Lezing

Kinderjolijt in de tijd

Lezing door Peter Thoben
27 november 2011

Over kindercultuur en kinderspellen
Met veel voorbeelden uit de kunst, foto’s en volksprenten laat Peter Thoben op een aantrekkelijke manier zien hoe de cultuur van kinderspelen zich in de loop der eeuwen ontwikkeld heeft. Van zelfbedachte – soms wrede – spelletjes in de middeleeuwen tot de digitale – soms minstens even wrede – computergames in  deze eeuw. De lezing sluit aan bij de lopende expositie Kinderspel met volksprenten uit de eigen collectie van Museum ’t Oude Slot te Veldhoven.


Peter Thoben  (foto: Peter Cox)

Peter Thoben
Kunst- en cultuurhistoricus Peter Thoben (Nijmegen 1951) studeerde kunstgeschiedenis en archeologie aan de Katholieke Universiteit (nu Radboud Universiteit) Nijmegen, waar hij in 1980 cum laude zijn doctoraalexamen behaalde. Van 1981 tot 2010 was hij directeur-conservator van Museum Kempenland Eindhoven. In eigen museum en als gastconservator heeft hij talloze tentoonstellingen georganiseerd. Hij is een veelgevraagd inleider bij exposities, en geeft lezingen en voordrachten. Thoben heeft een zeer groot aantal publicaties op zijn naam staan en is lid van diverse besturen en adviescommissies.

Een kinderhand is gauw gevuld  
“Allemaal zijn wij jong geweest en hebben wij op een of andere manier gespeeld. Wat en waarmee wij gespeeld hebben is sterk afhankelijk van het milieu, de omgeving en de tijd waarin wij opgevoed en opgegroeid zijn. Het spelen van kinderen zorgt voor beweging, dynamiek, bezigheid, lering en vermaak. De speelwereld van het kind imiteert niet alleen de wereld van volwassenen, maar doet ons ‘spelenderwijs’ de wereld ontdekken of thuis raken in die wereld. Eigenlijk hebben kinderen niet veel nodig om te spelen, meestal zijn ze fantasierijk en creatief genoeg. Het spreekwoord ‘Een kinderhand is gauw gevuld’ is niet voor niets ontstaan. Ze kunnen uren met zelfbedachte en gemaakte dingen bezig zijn en hebben het uitgebreide assortiment van speelgoed – dat overigens vaak door volwassenen bedacht en geproduceerd is – niet direct nodig om zich te vermaken.

Het zijn de volwassenen die uit nostalgie, terugdenkend aan de eigen jeugd, speelgoed gaan verzamelen. Poppen, poppenhuizen, poppenwagens, teddyberen, dinkytoys, tinnen soldaatjes, modelspoorbanen zijn bijvoorbeeld begeerde verzamelobjecten. Met de komst van het computertijdperk is ook de speelwereld van het kind veranderd en gedigitaliseerd. De meeste kinderen maken zich de gebruiksmogelijkheden en de vaardigheden van de nieuwe media al doende eigen met allerlei ‘games’. Hoogtepunten in het kinderleven zijn de verjaardag – vroeger werd daar geen aandacht aan gegeven – en het Sinterklaasfeest, wanneer het speelrepertoire met cadeaus uitgebreid wordt.

Jongens en meisjes  
De kinderspeelcultuur kan opgedeeld worden in spelletjes voor buitenshuis of in huis, voor kinderen uit een stads- of plattelandsmilieu, voor kinderen in verschillende omgevingen, voor de zomer of de winter. Er zijn loop- en springspelen, vaak op liedjes (hinkelen, touwtjespringen of elastieken), behendigheids- en gooispelen (ballen, knikkeren, tollen), gezelschapsspelen (bord- en kaartspellen), rollenspelen (vader-moedertje, doktertje, misje, soldaatje spelen), knutselen (plakken, tekenen) en natuurlijk wat onder de noemer kattenkwaad valt (belletje trekken, vuurtje stokken, fruit jatten).

Speelgoed is vanaf de negentiende-eeuwse burgerlijke cultuur met kinderkamers speciaal gericht op meisjes of jongens: poppen, poppenhuizen, poppenwagens, barbies met kleertjes of bouwdozen, auto’s, treintjes, meccano, lego etc. Ook de educatieve ontwikkeling wordt gestimuleerd door het vertellen van sprookjes, van verhalen bij toverlantaarn en poppenkast of muzikaal door het leren bespelen van een instrument. In groeps- en verenigingsverband bijvoorbeeld bij de verkennerij/scouting en sportclubs krijgen spelvaardigheden een competitief karakter.

Over de kinderspeelwereld van het verleden geven keramiektegels, centsprenten,  tekeningen, schilderijen (o.a. het bekende schilderij Kinderspelen met 72 kinderspelen door Pieter Breugel de Oude van omstreeks 1560) en later foto’s informatie. Het zal dus ondoenlijk zijn in de ‘geïllustreerde’ lezing een compleet historisch beeld te schetsen. Over geïllustreerde kinderboeken, poëziealbums, kinderliedjes en -rijmpjes alleen al kan een voordracht gegeven worden en de variëteit aan speelgoedobjecten is zo groot dat die ook niet allemaal aan bod kunnen komen.”

De lezing wordt georganiseerd door Museum ’t Oude Slot in samenwerking met Zeelst Schrijft Geschiedenis en sluit aan bij de lopende expositie ‘Kinderspel met volksprenten’ uit de eigen museumverzameling van Museum ’t Oude Slot te Veldhoven. Bij de lezing wordt een muzikaal intermezzo verzorgd.