Zondag 30 oktober 2011 was het zo ver. De heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis nam officieel haar intrek in museum ‘t Oude Slot. Deze gebeurtenis was voor de stichting aanleiding om weer eens goed uit te pakken met een gevarieerd programma, dat de in grote getale aanwezigen de hele middag prettig onderhield.
Bij ‘t Oude Slot op de hooizolder
Zondag 30 oktober 2011 was het zo ver. De heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis nam officieel haar intrek in museum ‘t Oude Slot. Deze gebeurtenis was voor de stichting aanleiding om weer eens goed uit te pakken met een gevarieerd programma, dat de in grote getale aanwezigen de hele middag prettig onderhield.
Officiële opening
Allereerst heette Annette Redegeld, directeur van museum ‘t Oude Slot, haar nieuwe huisgenoten hartelijk welkom. Daarna schetste Frank van der Maden, voorzitter van Zeelst Schrijft Geschiedenis, in het kort de route die de heemkundekring had afgelegd. Ook wees hij op het grote belang van een eigen vaste plek voor de stichting; zeker als die zich bevindt op deze voor de geschiedenis van Zeelst zo bijzondere locatie. Vervolgens was het woord aan wethouder Jack Tops voor de officiële opening. Als goed Zeelstenaar was deze voor geen kleintje vervaard en wist hij ruim het woord te voeren alvorens hij samen met alle aanwezigen met het uitbrengen van een gelukstoast op het nieuwe onderkomen van de stichting op de hooizolder van museum ‘t oude Slot opende.
Tweehonderd jaar Burgerlijke Stand
Nadat velen van de aanwezigen de heemkamer hadden bewonderd -waar schoolfoto’s te zien waren en bovendien Ad van Run aanwezig was om vragen van belangstellenden over genealogisch onderzoek te beantwoorden- was het tijd voor de eerste lezing. Jan Suijkerbuijk van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCE) liet de geschiedenis van “200 jaar Burgerlijke Stand” de revue passeren. Dat deed hij aan de hand van voorbeelden uit de verschillende registers (geboorte- huwelijks- en overlijdensregisters). Daarmee wist hij de aanwezigen snel duidelijk te maken dat er sinds 1811 door het bijhouden van persoonsgegevens over de verschillende levensfasen van een mens ook meteen een belangrijke bron voor genealogisch onderzoek was ontstaan. Al die gegevens zijn nu digitaal via de websites van de archiefdiensten, zoals het RHCE, gemakkelijk in te zien!
Door de invoering van de Franse wetgeving -Nederland was op dat moment onderdeel van het Franse rijk- werden de gegevens van de bevolking veel overzichtelijker, constanter (o.a. wat betreft de schrijfwijze van achternamen) en vollediger opgeslagen. Voor die tijd werden slechts summier persoonsgegevens opgeslagen, voornamelijk in doop- en overlijdensregisters. De door Suijkerbuijk getoonde voorbeelden van die oudere documenten maakten dit goed duidelijk. Bijvoorbeeld de persoonsgegevens in huwelijksbeschrijvingen bij verschillende kerken. Omdat het voor katholieken tijdens de republiek officieel niet mogelijk was om voor de kerk te trouwen, was er dus ook geen goede registratie mogelijk.
Tien generaties voormoeders
Na Jan Suijkerbuijk kreeg professor Annelies van Bronswijk (Technische Universiteit Eindhoven) het woord voor haar presentatie. Haar onderzoek naar haar “voormoeders” behoort niet tot het soort onderzoek dat ze doorgaans verricht aan de TUE en is speciaal bedoeld voor haar afscheidsrede als hoogleraar volgend jaar. Het onderzoek is nog in volle gang, maar leverde tot nu toe al een schat aan gegevens op. Zo ontdekte van Bronswijk onder andere dat de vrouwelijke kant van haar familie voor een belangrijk deel afkomstig was uit Zeelst en zich bovendien vanaf de zeventiende eeuw heeft uitgebreid tot een clan van zeer veel vrouwen. Het feit dat deze vrouwen bij het trouwen vaak de naam van de man gaan gebruiken vormt daarbij een extra handicap om de persoonsgegevens van al deze vrouwen op te sporen. Vandaar dan ook dat ze erg blij is met de informatie die ze de afgelopen maanden van de heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis heeft gekregen.
Verder maakt professor van Bronswijk niet alleen gebruik van de traditionele genealogische onderzoeksmethoden en bronnen, waar Suijkerbuijk uitgebreid over vertelde, maar ook van de nieuwe mogelijkheden die DNA-onderzoek biedt. Dat ze van huis uit bioloog is, komt daarbij goed van pas. Zo maakt ze gebruik van het feit dat mitochondriaal DNA (mtDNA) alleen via de vrouwelijke lijn wordt doorgegeven. Dus bij alle nu bestaande vrouwen van de “clan” komt nog hetzelfde mtDNA voor als bij stammoeder Barbara die in het begin van de 17e eeuw op de Kruisstraat 5 te Zeelst woonde! Een ander interessant gegeven tijdens de lezing was de constatering dat kennis opgedaan in de eerste dertig jaar van ons leven het meest beklijft en dat de daarna te verwerven kennis per periode van dertig jaar steeds minder begrepen wordt en dus minder bruikbaar in ons geheugen wordt opgeslagen. Nog zo’n weetje: de introductie van de aardappel sinds 1700 heeft het aantal vrouwen verhoudingsgewijs doen toenemen! Zo ook de invoering van de pokkenvaccinatie eind 19e eeuw. Verder vertelde professor van Bronswijk nog enkele anekdotes uit de familiegeschiedenis.
Na een dringend beroep op de aanwezigen om haar zo mogelijk te helpen bij het verdere verzamelen van gegevens, met name over de jongere dames uit de familie van Bronswijk, beëindigde professor van Bronswijk haar zeer vlotte en boeiende presentatie.
Slot
Het dankwoord van de voorzitter en een gezellige borrel vormden de afsluiting van een geslaagde middag. Al met al was het fijn toeven op deze nieuwe locatie. Hopelijk het begin van een lange reeks historisch aangename en waardevolle jaren.